Doorlopend afwisselend privégebruik bestelauto
16-01-2020
De bijtelling in de loonbelasting voor het privégebruik van een door de werkgever ter beschikking gestelde auto geldt niet alleen voor een personenauto maar ook voor een bestelauto. De Wet op de loonbelasting gaat uit van de veronderstelling dat, indien aan een werknemer een auto ter beschikking wordt gesteld, deze auto ook voor privédoeleinden ter beschikking staat. De loonbelasting over de bijtelling is voor rekening van de werknemer. De bijtelling kan achterwege blijven als blijkt dat de auto voor niet meer dan 500 kilometer per jaar privé is gebruikt. Het bewijs daarvoor kan geleverd worden met een sluitende rittenregistratie.
Voor bestelauto’s bestaat een bijzondere regeling, waarbij de belasting over het privégebruik in de vorm van een eindheffing van de werkgever wordt geheven. Deze regeling is van toepassing als de bestelauto doorlopend afwisselend gebruikt wordt door twee of meer werknemers, waardoor het lastig is om vast te stellen of en aan wie die bestelauto voor privédoeleinden ter beschikking is gesteld. De verschuldigde belasting bedraagt € 300 per bestelauto per jaar. Het doorlopend afwisselend gebruik door twee of meer werknemers moet samenhangen met de aard van het werk.
Een procedure voor Hof Den Haag betrof de vraag of een aannemersbedrijf de eindheffing voor het doorlopend afwisselend gebruik terecht had toegepast voor de bestelwagens van het bedrijf. De vraag was of het gebruik dermate afwisselend was dat bezwaarlijk kon worden vastgesteld aan wie de bestelauto ter beschikking was gesteld. Welke werknemer een bestelauto ’s avonds mee naar huis nam besloten de werknemers in onderling overleg. Meestal was dat degene die het verst weg woonde van de opdracht die op dat moment werd uitgevoerd. In de praktijk betekende dit dat de auto’s soms één of twee weken niet van gebruiker wisselden en soms elke dag, afhankelijk van de omvang van de klussen.
De inspecteur meende dat sprake was van een door de werkgever vast te stellen volgtijdelijk gebruik gedurende een zekere periode door meerdere werknemers, waarvoor de eindheffing niet geldt. Het hof oordeelde dat niet één werknemer kon worden aangewezen aan wie de auto ter beschikking is gesteld en voor wie door het bijhouden van een rittenadministratie de werkgever zou kunnen bewijzen dat deze niet meer dan 500 kilometer in privé heeft gereden. Omdat niet kon worden bepaald gedurende welk deel van een heffingstijdvak wie de beschikking en de mogelijkheid tot privégebruik had, kon de loonbelasting voor het privégebruik van dezelfde auto niet van de werknemers worden nageheven. Daar kwam bij dat ook andere werknemers dan de vaste berijders gebruik maakten van de bestelauto's.
De inspecteur voerde verder aan dat de eindheffingsregeling niet van toepassing kon zijn omdat de bestelauto’s meer dan 500 kilometer privé konden worden gebruikt vanwege het ontbreken van controle op het privégebruik. Het hof wees de inspecteur erop dat de wetgever die voorwaarde niet stelt voor de toepassing van de eindheffingsregeling.
Recente nieuwsartikelen
Wetsvoorstel Toezicht gelijke kansen bij werving en selectie geldt niet voor kleinere werkgevers
Navordering omdat meer dan 100% van de negatieve inkomsten uit de eigen woning is aangegeven
Renteroulette: gekibbel om een lening van de bv
Hoe een foutje in een managementovereenkomst de inspecteur bijna in de kaart speelde
Opgave uitbetaalde bedragen aan derden bij toepassing verleggingsregeling btw
Verdubbeling onroerendezaakbelasting: mag dit zomaar?
Hof Den Bosch stelt prejudiciële vragen over vergoeding van immateriële schade
Werkelijk behaald rendement box 3 niet inzichtelijk gemaakt: geen rechtsherstel
Verzoek vaststelling TEK kan worden ingediend
Te hoge teruggaaf btw en vertrouwensbeginsel
Geen grondslag voor demotie werknemer
Wetsvoorstel modernisering concurrentiebeding in consultatie
Tijdstip opleggen aanslag schenkbelasting
Portemonneevrij pauzedrankje belast tegen laag btw-tarief
Schenking bij aangaan huwelijkse voorwaarden?
Tegen afspraak in privé rijden met auto van de zaak reden voor ontbinding
Verbouwing voor rekening bv was uitdeling van winst aan dga
Financieel belang geen aanleiding verlaging vergoeding van immateriële schade
Eigen bijdrage personeelsvoorziening en drempelbedrag BUA
Belang van volmacht in (hoger) beroep: een juridische les
Bestuurders aansprakelijk voor belastingfraude
Grond opknippen in postzegelperceeltjes
Kamervragen fiscale gevolgen EU-richtlijn DAC 7
Toepassing ketenregeling arbeidsovereenkomsten bepaalde tijd na afloop bbl-overeenkomst
Koolstofcorrectie aan buitengrens EU
Salderingsregeling zelfopgewekte stroom blijft
Beantwoording vragen over fiscale ontwikkelingen grenswerkers
Conclusie AG in procedure box 3 na inwerkingtreding Wet rechtsherstel box 3