Overschrijding redelijke termijn bij instemming met uitstel uitspraak bezwaar
24-06-2021
Wanneer de redelijke termijn van behandeling van een bezwaar of (hoger) beroepschrift wordt overschreden, heeft de belanghebbende recht op vergoeding van immateriële schade. Voor de fase van bezwaar tot en met beroep bij de rechtbank geldt een redelijke termijn van twee jaar. De redelijke termijn van behandeling kan worden verlengd door bijzondere omstandigheden.
Volgens Hof Den Haag vormt het instemmen met verder uitstel van de uitspraak op bezwaar een bijzondere omstandigheid waardoor de redelijke termijn wordt verlengd. De beslistermijn op het bezwaar werd, met instemming van de belanghebbende, aangehouden in afwachting van de beantwoording van prejudiciële vragen van het Hof Den Bosch door het Hof van Justitie EU. Omdat in de visie van het hof de redelijke termijn niet was overschreden had de belanghebbende geen recht op immateriële schadevergoeding.
De Hoge Raad maakt duidelijk dat de enkele instemming met verder uitstel geen bijzondere omstandigheid is. Het aanhouden van een bezwaarschrift in verband met prejudiciële vragen die aanhangig zijn bij het Hof van Justitie EU is wel een bijzondere omstandigheid. De in verband daarmee buiten beschouwing te laten periode vangt pas aan op het moment waarop de inspecteur de belanghebbende schriftelijk in kennis heeft gesteld van zijn beslissing om het bezwaarschrift aan te houden in afwachting van het antwoord op prejudiciële vragen en eindigt op de dag van de openbaarmaking van de prejudiciële beslissing door het Hof van Justitie EU.
In deze casus heeft de inspecteur de belanghebbende op 11 september 2014 in kennis gesteld van zijn beslissing om de bezwaarschriften voor 2010 en 2011 aan te houden in afwachting van een prejudiciële beslissing van het Hof van Justitie EU. Die beslissing heeft het Hof van Justitie EU op 9 september 2015 gegeven. De redelijke termijn voor de behandeling van het bezwaar tegen de aanslag 2010 is aangevangen op de dag waarop de Belastingdienst het bezwaarschrift heeft ontvangen. Dat was 13 maart 2013. De termijn is geëindigd op 30 juli 2019, de dag waarop de rechtbank uitspraak heeft gedaan. Van deze periode van zes jaar en vijf maanden blijft een jaar buiten beschouwing in verband met de termijn van beantwoording van de prejudiciële vragen. Dat betekent dat de redelijke termijn met drie jaar en vijf maanden is overschreden. De redelijke termijn voor het bezwaar tegen de aanslag 2011 is begonnen op 27 maart 2014 en geëindigd op 30 juli 2019. Ook van deze periode van vijf jaar en vijf maanden blijft een jaar buiten beschouwing. De redelijke termijn is overschreden met twee jaar en vijf maanden.
Recente nieuwsartikelen
Verdeling van aftrekposten door fiscale partners kan later aangepast worden
Fiscale risico’s bij schuiven met panden: wat u moet weten
Gevolgen verliesverrekening voor aanslag waarmee verlies is verrekend
Aanpassing besluit internationale waardeoverdracht van pensioen
Alternatieve dekkingsopties voor maatregelen uit Belastingplan 2024
Internetconsultatie aanpassing kavelruilvrijstelling overdrachtsbelasting
Omvang administratie- en bewaarplicht ondernemers
Moeten alle op de zaak betrekking hebbende stukken worden opgestuurd?
Fiscale migratie: waar is thuis?
Herinvesteringsreserve voor afsluitvergoeding niet mogelijk
Supermarktsaga: een rammelende kas
Verblijfkosten internationaal transport
Belastingdienst houdt administrateur ten onrechte aansprakelijk voor belastingfraude van bv
Toepassing bedrijfsopvolgingsregeling na splitsing concern
Evaluatie landbouwvrijstelling
Naheffing parkeerbelasting terecht opgelegd?
Wetsvoorstel Toezicht gelijke kansen bij werving en selectie geldt niet voor kleinere werkgevers
Navordering omdat meer dan 100% van de negatieve inkomsten uit de eigen woning is aangegeven
Renteroulette: gekibbel om een lening van de bv
Hoe een foutje in een managementovereenkomst de inspecteur bijna in de kaart speelde
Opgave uitbetaalde bedragen aan derden bij toepassing verleggingsregeling btw
Verdubbeling onroerendezaakbelasting: mag dit zomaar?
Hof Den Bosch stelt prejudiciële vragen over vergoeding van immateriële schade
Werkelijk behaald rendement box 3 niet inzichtelijk gemaakt: geen rechtsherstel